YOURSTORY
Katinka Kuipers 2020
INTRODUCTIE
Aan het begin van het semester heb ik mijzelf als het archetype Homo Ludens geïdentificeerd. Dit vooral omdat ik in mijn eigen werk veel probeer te experimenteren, en dit zie als een soort spel. De kunststromingen die behandeld zijn dit semester vroegen voor mij om nog meer toelichting, dus ik ben verder opzoek gegaan naar informatie om die in mijn eigen woorden te kunnen vertalen. Misschien wat schools, maar ik merkte dat ik er steeds meer plezier uit ging halen en dat het bijna een soort puzzelen werd. Mijn tekst is dus eigenlijk meer een soort eindproduct van een spel. 
Ik heb geprobeerd mijn eigen kijk en ideeën door te laten schijnen in enkele werken die ik beschrijf. Het benoemen wat ik speels aan een werk vind of wat mij fascineert is misschien niet een letterlijk vorm van spel. Maar wel iets dat voor mij een soort experiment was: onderzoeken en het vertalen in mijn taal. 
De werken die ik gekozen heb te beschrijven moesten voor mij sowieso in de stromingen passen die ik heb onderzocht. En ik wilde werken beschrijven die mijn gedachtes prikkelden, en ruimte hadden voor eigen gedachtes en fantasieën. Ik koos werken die mij inspireerde. Dat dit alleen schilderijen zijn is een groot toeval, ik denk omdat zij net als tekst, gedachtes en ideeën omzetten in iets twee dimensionaal. Misschien ook wel omdat mijn grootste plezier ligt in tekenen en schilderen? Geen idee. 
Ik hoop dat mijn kijk terug te zien in de beschrijvingen.  
DE ROCOCO
Het rococo is een stijl die ontstond in Frankrijk en Italië rond de achttiende eeuw. Het was een reactie op de barokstijl. Elegantie stond centraal in de samenlevend, maar ook in de kunst. Sierlijkheid, elegantie, charme en speelse erotiek zijn erg kenmerkend voor deze periode. Het is met name een decoratieve stijl, wat wordt bevestigd door materiaalkeuzes zoals marmer, brons en porselein in het beeldhouden. De schilderijen waren inhoudelijk vaak gematigd. 
In deze tijd begon ook de verlichting, waarin rationele ideeën en kennis erg van belang was. Het volgen van eigen verstand, en niet de kerk of een heerser. Veel filosofen en vonden de rococostijl te frivool. Wel hadden ze gemeen dat ze zich los wilden maken van het gezag. 
Kenmerken van de rococostijl zijn het samengaan van architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst en binnenhuisarchitectuur. Speelse en slingerde ornamenten zijn veel voorkomend. Een hoop tierelantijnen. Het liefelijke en luchtige karakter wordt weergegeven in veel zachte pastelkleuren. 
De Schommel, Jean-Honoré, 1767, olie verf op doek.

In een bosachtige tuin zien is een jonge vrouw in een wapperende pastel roze jurk op een schommel te zien. Op het eerste gezicht is dit natuurlijk een onschuldig liefelijk beeld, maar wanneer je kijkt naar de man linksonder in het schilderij, word duidelijk dat hij de rok van de jonge vrouw kan in kijken. Ineens geeft dit het schilderij een iets erotischere teint. 
De sierlijkheid van de dame, haar jurk is typerend voor de rococostijl. Ook is dit werk in opdracht gemaakt, en diende het decoratief. De stijl liet het gezag van de kerk los, en is een tegen beweging op de barokstijl. 

Wat ik interessant vind aan dit schilderij is hoe het op een vrolijke, speelse manier een hoop symboliek en gelaagdheid verbloemt. Het schoentje dat naar het beeldje van de liefdes god vliegt, de Cupidos in de achtergrond als vertaling van liefde. En natuurlijk de erotiek. Hoe vaker je naar het werk kijkt, hoe meer er te zien is. Het voelt alsof je stiekem betrokken bent bij het verhaal en zelf ook in de tuin staat. 
Het interieur van de Salon Ovale de la Princesse in Parijs. Een hoop spiegels, kleine versieringen en ornamenten. 
DE VERLICHTING
De Verlichting was een intellectuele beweging uit de achttiende eeuw, waarbij wetenschappelijk denken vanuit rationalisme en empirisme centraal stond. Hierdoor ontstond een nieuw wereldbeeld, dat gebaseerd was op een sterk vertrouwen op de rede en een algehele vooruitgang op het gebied van wetenschap, onderwijs, sociale hervorming en politiek. De beweging van de Verlichting had vooral invloed in Europa en de Verenigde Staten. Tradities werden doorbroken, en ook ontstond er een afkeer tegen het geloof. Dit zorgde voor een scheiding tussen de kerk en de staat. Er ontstonden nieuwe ideeën over het recht, de staat en de politiek. Dit had grote gevolgen zoals bijvoorbeeld de Franse Revolutie in 1789. 
Ook ontstond de industriële revolutie, waarin een hoop nieuwe uitvindingen werden gedaan. Veel handmatige acties konden nu machinaal worden uitgevoerd. Er werden een hoop uitvindingen, ontwikkelingen en nieuwe technische toepassingen gedaan. Dit werd onder andere toegepast in de architectuur.
“Een filosoof die die lezing geeft over de ruimte waarin een lamp wordt geplaatst in plaats van de zon” schilderij door Joseph Wrights of Derby, ca. 1766 olie op canvas

In het schilderij is een scene weergeven waarin een docent een demonstratie geeft van een mechanisch model van het zonnestelsel. Hierin wordt een lamp gebruikt als de zon. Een letterlijke, verbeelding van de verlichting. 
Tijdens de verlichting stond het zelf nadenken centraal. Een hoop uitvindingen en ontdekkingen werden in deze periode gedaan. Zo ook de Orrery, het mechanische zonnestelsel, dat voor het eerst gemaakt werd door Charles Boyle.  

Wat mij het meest aantrekt aan dit werk, zijn de twee kleine kinderen. Zij worden verlicht door de lamp – of de zon. Ik vraag me af wat hun gedachten en ideeën over de orrery moet zijn. Waarschijnlijk zullen zij veel meer uit fantasie beleven en ervaren dan vanuit kennis. En plaatsen ze zich dus eigenlijk buiten de verlichting van deze tijd. Misschien zien ze het wel als een groot stuk speelgoed, om mee te spelen. Toch nemen ze wel plaats aan de demonstratie en zullen ze dus ook zeker wel kennis meekrijgen, bewust of onbewust. Voorzichtig raken ze het model toch aan en lijken ze haast verdronken in hun fantasie over dit zonnestelsel. 
HET NEOCLASSISME
In de schilderkunst leidde de verlichting tot de opkomst van het neoclassicime dat een reactie was op de (vooral in katholiek Europa) dominante barok en rococo. Deze stromingen stonden synoniem voor kerk en koningshuis. Het neoclassicisme bracht daar een 'rationeel' alternatief op. Er werd weer op een 'juiste' manier teruggegrepen naar de klassieke oudheid.
Halverwege de achttiende eeuw werden een aantal sensationele opgravingen gedaan in Herculaneum en Pompeï in Italië. De belangstelling voor de Griekse en Romeinse oudheid kreeg hierdoor een nieuwe stimulans. De kunstenaars van het neoclassicisme lieten zich inspireren door de klassieke oudheid, net als de kunstenaars van de renaissance een paar eeuwen eerder. Dit kwam onder andere door de opgraving van Pompeï.   

In de schilderkunst kun het neoclassisme herkend worden aan de eenvoudige composities met ene hoop evenwicht. Ook is er vaak een optische lijn die zorgt voor scherpe omranding. Het kleurgebruik is vaak koel. De personen worden vaak statisch weergeven. Ook is de interesse in de oudheid terug te vinden in zowel het decor als in de personages. Bij elle werken geld dat de moraal centraal staat. En het gaat om kennis, niet om emotie. 
De dood van Marat, Jacques-Louis David. 1793, olie op canvas

De dood van Marat is een schilderij dat gebaseerd is op de moordscène op de revolutionaire politicus, journalist en schrijver Jean-Paul Marat. Marat zat schrijvend in bad, waar hij wegens zijn huidziekte veel tijd doorbracht. 
David heeft Marat geïdealiseerd afgebeeld. Er lijkt geen heftig gevecht te zijn geweest, Marat heeft namelijk zijn brief nog vast, het “bureau” staat nog overeind, en hij lijkt zelfs nog zijn schrijfwaar vast te houden. Ook is er niets te zien van zijn huidaandoening. 
Dat Marat zo is geportretteerd, is niet toevallig. David werkte volgens de pure Griekse stijl. Hij laat Marat heldhaftig en nobel zien. Hij dacht dat kunst een leerzame werking kon hebben. En door Marat op deze manier af te beelden, zou het publiek inzien dat Marat stierf terwijl hij nog steeds voor de revolutie. Als een held. 

David wist goed hoe hij Marat wilde laten zien. Hij idealiseert veel. Wat een speelse manier is om het publiek te beïnvloeden en ze met een bewonderend oog naar Marat te laten kijken. Ook wist hij dat een dat dit werk de maatschappij een les mee kon geven. 


Zelfportret door Élisabeth Louise Vigée-Lebrun, 1770. Olie op canvas

Élisabeth Louise Vigée-Lebrun heeft zichzelf geportretteerd in een vrij relaxte pose. Ze zit achter haar ezel, kijkt zelfverzekerd en heeft nette kleding aan. Een zwarte – fluweelachtige jurk met kante mouw stukjes en een grote kraag. Ze draagt een tulband en heeft een rode strik om haar middel. Het lijkt wel alsof ze gevraagd werd even te lachen terwijl ze bezig was met een schilderij, van waarschijnlijk Marie-Antoinette. Ze kijkt de kijker direct aan. Haar nette kleding verraad immers dat dit allemaal geposeerd is. 

Élisabeth Louise Vigée-Lebrun was een van de weinige vrouwelijke succesvolle schilders in deze tijd. Ze schiderde al vanaf jonge leeftijd, onder begeleiding van haar vader. Ze is toegelaten op de Académie royale de peinture et de sculpture, dé Franse staatsacademie voor de kunsten. Ze schilderde veel portretten van de Franse adel en anderen van het koningshuis. Met name Marie-Antoinette is veel geportretteerd. 

De manier waarop de kunstenares zichzelf afbeeldt vind ik erg mooi. Ze laat een zelfverzekerde vrouw zien. Dit door haar blik, maar ook haar houding en haar mooie kleding. Ze laat niet alleen zien wie zij is, maar ook laat ze haar passie voor schilderen zien. En haar haast liefde voor Marie Antoinette. Ik denk dat Élisabeth Louise Vigée-Lebrun een voorloper van het femminisme was, door zichzelf op zo’n manier neer te zetten maar ook door de elegante portretten die zij van andere vrouwen maakt. Haar schilderstijl en onderwerpen zeggen een hoop over haar kijk naar de wereld, en haar rol in de maatschappij. Als moeder, vrouw en geliefde kunstenares, is zij allesbehalve standaard. Misschien dat ze in de huidige tijd wel een influencer zou zijn of een it-girl. Misschien is dit niet een hele speelse beschrijving, maar ik zou wel maar op haar willen lijken. Haar talent, connecties en zelfvertrouwen is iets dat ik elke kunstenaar gun. 
Cornelia, moeder van de Gracci, wijst haar kinderen aan als haar schat. Angelica Kauffmann, ca. 1785, olie op canvas

Op het schilderij zien we twee vrouwen, een moeder driekinderen, en een dame in het rood met een juwelendoosje en een ketting in haar hand. De kinderen lijken niet erg veel interesse in de vrouw te tonen. De jongens zijn bezig met elkaar en het kleine meisje kijkt naar de sieraden. De moeder is in contact met de dame, en wijst haar kinderen aan als haar juwelen. De dame met de sieraden kijkt enigszins ongemakkelijk. Vermoedelijk door het besef van de waarden die haar sieraden hebben – niet zo veel waard zullen zijn als het hebben van kinderen. 

Als dit schilderij wordt vergeleken met de schommel, die in de mooie natuur, zachte pastel kleuren werd geschilderd. Is er nu duidelijk te zien dat de (schilder)kunst een andere kant op gaat. Het gaat niet meer om de decoratieve eigenschappen. Juist de interesse in de geschiedenis en het hebben van kennis is van belang. . Dit is terug te zien in de architectuur maar ook aan de kleding van de personen, de gedrapeerde stoffen en de empire jurk. De nieuwe belangstelling naar de klassieke tijd werd onder andere aangewakkerd door de vondst van Pompeï in 1748. De poses zijn niet erg dynamisch, er is enige beweging gezien maar er is niet heel veel actie. 

Wat voor mij inspirerend is aan dit werk, en misschien wel aan het neoclassisme zelf, is de vertaling van inspiratie in een eigentijds beeld zetten. Ook vind ik het verhaal, dat een wijze les leert op een zachte manier uitgebeeld. Iets wat ik zelf erg waardeer: gezien ik het leren vanuit tekst vaak een stuk overweldiger vindt dan het leren vanuit beeld. Iets wat ik van uit mijn archetype alleen maar steeds interessanter ga vinden. Ook fascineer ik mij over het kleine meisje, hoe zij zich verdiept in de juwelen en even helemaal in haar droomwereld lijkt te bevinden. Iets heel typerends voor kleine kinderen. 
Ook in de bouwkunst was het neoclassisme zichtbaar. Vaak waren de klassieke motieven in combinatie met een geometrische grondvorm. De klassieke bouwvormen drukte vaak de functie van het gebouw uit. Het totaalbeeld was erg zuiver. Er werden met name belangrijke, monumentale gebouwen gebouwd zoals de Arc de Triomphe. Ook werd werd de macht vaak uitgedrukt in de grootsheid van de gebouwen. Bij de beeldhouwkunst lag de nadruk op technische perfectie. De poses waren statisch en vaak wat gevoelloos. Er werd veel met gladgepolijst marmer gewerkt om de klassieke uitstraling te geven. Ze verwerkte dit tot eigentijdse voorstellingen. 
LINKS: De Arc de Triomphe lijkt op een romeinse triomfboog. 
RECHTS: De coalbrookdale brug in Engeland. De eerste metalen brug, de industriële revolutie gaf een hoop nieuwe technieken en materialen om mee te werken in de architectuur en constructies. 

DE ROMANTIEK
De romantiek is een stroming die vooral aan het eind van de achttiende eeuw en in de negentiende eeuw gaande was. Het was een enorme tegen beweging op de verlichting, waarin juist de rede van belang was. Juist gevoel stond in deze periode centraal. De kennis stond hier niet boven. Het rationalisme werd gezien als “een vernauwing van het bewustzijn”. Fantasie, gevoel en verbeelding werd voor op gesteld. De stroming uitte zich met name in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Ook in Nederland en België beïnvloede het de kunst en cultuur. 
De Franse revolutie heeft een belangrijke rol gespeeld in deze periode. Aan het begin van de Franse revolutie lag de focus namelijk enorm het rationalistische denken. Hierbij werd een streep gezet achter het verleden toen de verklaring van de rechten van de mens en burger werd opgesteld. Toen Napoleon aan de macht kwam, kwam ook de traditie uit de geschiedenis weer terug – hij was decadent in tegenstelling tot de romeinse koningen. 

Kenmerken in de Romantische schilderkunst zijn de volgende thema’s:
In de noordwestelijke landen ontstond een zoektocht naar hun eigen cultuur, die met name in de Middeleeuwen een hoop identiteit gaf. Er ontstond een herwaardering voor middeleeuwse kathedralen en in de architectuur werd een hoop inspiratie uit de gotiek gehaald. Het thema geschiedenis is dus ook veel terug te zien in de kunst.
De natuur werd een bron aan inspiratie in deze tijd. De verheerlijking hiervan werd zo groot, door de afkeer van de industrie die heerste. Er werd uitgegaan van eenheid tussen de mens en natuur. Het was voor het eerst dat landschappen een onderwerp werden in schilderijen. 
Ook werden het exotische, en het onbekende van verre landen een grote inspiratie en interesse. 
Doordat het gevoel boven het denken stond, was ook de fantasie en de droomwereld een veel gekozen onder werp. 
Al met al draaide het in de romantiek met name om het gevoel. Het werd gedramatiseerd en het overlaten aan de verbeelding. 
Vrouwen van Algiers in hun appartement, Eugène Delacroix, 1834, olieverf op canvas

Er is een scène te zien van vier vrouwen in een kamer. De linker drie vrouwen dragen elegantie, losse kleding. De linker vrouw kijkt de kijker aan. De vierde, meest rechter vrouw is een zwarte slavin, ze lijkt weg te lopen van de vrouwen. Er zijn exotische voorwerpen in de kamer te vinden zoals de pijp, houtskool brander en de odalisken vormen. 
De vrouwen voeren een harem uit, iets was een hoop aantrekkingskracht had omdat Westerse mannen dit normaal gesproken niet mochten bijwonen. Dit verklaart misschien ook de blik van de linker vrouw – die zich gestoord voelt. De drie odalisken zijn in dit schilderij fatsoenlijk gekleed. In tegenstelling tot hoe bijvoorbeeld Ingres, die de odalisk naakt afbeeldt. Toch weet Delacroix de vrouwen nog steeds aftebeelden met een hoop ruimte voor westerse fantasie. De losse kleding, en de zichtbare decolletés, en de stereotypische oosterse voorwerpen zorgen dat het beeld toch nog een soort Oosters droombeeld geeft. Het objectiveren en erotiseren van vrouwen hoorde hier helaas ook bij.

Net als een veel andere kunstenaars uit deze periode was de fascinatie voor reizen groot. Delacroix bezocht Noort Amerika in 1832, iets wat een bron aan inspiratie en kennis voor hem was. De interesse in de verre landen is duidelijk terug te zien in dit schilderij. Delacroix 
In tegenstelling tot Ingres schilderijen, gebruikt Delacroix grote stukken met rijke kleuren om de figuren en vormen aan te geven. Ingres benadrukte juist het gebruik van lijnen en contouren. Delacroix zag in dat pure kleuren zelden voorkomen in de natuur, en dat het vaak bestaat uit meerdere kleurtonen. Iets wat de impressionisten later ook zo toepasten. 

Wat ik bijzonder vind aan dit Delacroix is dat hij zelf ook ondervonden heeft hoe anderen culturen zijn. Zijn inspiratie komt onder andere uit zijn eigen ervaringen, die veel andere schilders waarschijnlijk niet hadden. Ik denk dat dit een belangrijk en groot goed is voor een kunstenaar, om een beeld ook zelf te hebben meegemaakt – en niet alleen over gehoord of gelezen te hebben. Het halen van kennis uit ervaring vind ik iets passends bij een homo ludens: op “spelende” wijs leren. 
Het slavenschip, Joseph Mallord William Turner, 1840 olie op canvas

Een zeilend schip, varend door de turbulente zee met grote golven. De dieprode kleur in de lucht lijkt op een dreigende tyfoon. Aan de linkerkant van de lucht lijkt het begin van een storm al zichtbaar. Rechts onderin is een donker been te zien met een ketting om de enkel. Ook lijken er vissen en meeuwen hierop af te komen. Er zijn rode, waarschijnlijk bloed vlekken, in het water te zien. 
De kleuren van de rode lucht springen uit. De details worden heel erg geabstraheerd. Dit samen zorgt voor een hoop emotie en onrust. Het wordt duidelijk dat de natuur sterker is dan de mens. Door de nadruk op de natuur te leggen, en niet op figuren en objecten, is dit werk erg sublieme: de machteloosheid van de mens tegenover de natuur. 
Er is een hoop dynamiek, door de snelle kwast strook, de abstrahering, het kleurgebruik en de scheve horizon. 

William turner vond een nieuwe manier om emotie en dynamiek weer te geven. Hij stapte af van een volledig figuratief beeld en voegde hiermee een hoop expressie toe. Door zijn uitdagende schilderstijl lijkt hij mij ook een homo-ludens. Ik denk dat hij een hoop heeft moeten experimenteren voordat hij deze techniek op zo’n passende manier kon toepassen in zijn werk. Zeker in zijn tijd is dit iets dat mij niet heel vanzelfsprekend lijkt, hij kleurt letterlijk buiten de lijntjes met dit werk. Juist in een tijd van een breed publiek en dus meer kritiek vind ik dit een erg uitdagende keuze. Toch ben ik blij dat hij wel deze stappen zette, en hiermee een hoop kunstenaars ook wist te inspireren om te experimenteren.
De grote odalisk, Jean Auguste Dominique Ingres, 1814, olieverf op doek

Op de afbeelding zien we een elegante blote dame. Ze heeft lange ledenmaten, is slank en ligt in een verleidelijke houding. Ze kijkt de kijker in de ogen. De dame ligt op een bed met fluwelen kussens, en exotische attributen zoals de pauwenveer en wierrook.
Jean Auguste maakte een uitdagend werk. Het was namelijk bedoeld om in de salon te komen en dus toegankelijk zou zijn voor een breed publiek. Het was schokkend om een naakte vrouw op zo’n erotische manier af te beelden. Dat het ging om een exotische vrouw, en dus geen Franse vrouw, verlichte wat pijn. 

Het doorbreken van grenzen vind ik zowel een speels aspect als heel typerend voor de tijd. Er lag een hoop interesse in schoonheid, fantasie, natuur en vreemde landen. Dat deze interesses in het werken toegepast worden is dus begrijpelijk. Maar het zoeken naar wat dan nog meer kan, en wat niet, vind ik een uitdagend gegeven. Want misschien is het verlengen van grenzen ook wel iets exotisch? Het is in ieder geval een gevoel van vrijheid. 
HET REALISME
Een reactie op de romantiek was het realisme. Er werd gesteven een realistisch beeld van de huidige maatschappij weer te geven. Een groot deel van de samenleving was arbeider en was vaak arm. In de beeldende kunst worden scenes vaak zo nauwkeurig en natuurgetrouw mogelijk weergeven. Toch hoeft dit niet altijd zo te zijn, het gaat namelijk om de representatie van de maatschappij en het alledaagse. ​​​​​​​
Onder de berken, Théodore Rousseau, 1842/1843, olie op hout

Dit landschapsschilderij is een moment opname. De vurige gloed op de bomen laat zien dat een ondergaande zon is, tijdens de herfst. Onder de bomen zien we een man ter paard reizen. 
Rousseau had een grote interesse in natuur. Hij wist dit op een realistische manier weer te geven en hield hierbij rekening met het wisselende licht. Hij bracht een hoop tijd door in de natuur en werkte, door de uitvinding van de verftube, veel in de open lucht.

Théodore Rousseau hoefde niet meer binnen te werken door de komst van de verftube. Dit maakte het experimenteren met momentopnames en lichtkleuren een stuk gemakkelijker. Ook denk ik dat in de buitenlucht, je een hele andere energie ervaart dan in een atelier. Hoewel het begrip “en plein-air” mij niet nieuw is, heb ik zelf nog nooit geprobeerd in de openlucht te schilderen. Ook lijkt het me interessant om eenzelfde werk op meerdere momenten te maken, om zelf te ervaren wat het verschil is. Kleur, duh – maar ik ben benieuwd naar de ervaring en of ik een favoriet moment zou hebben om iets te schilderen. Een homo-ludens is in mijn ogen iemand die veel experimenteert, zonder oordeel. Dus misschien kan dit wel een goede opdracht zijn om zelf uit te voeren. 
De banjo lessen, Henry Ossawa Tanner, 1883, olie op canvas

Op het schilderij is een oudere zwarte man met een klein jongetje, misschien zijn kleinzoon. Ze houden samen de banjo vast, de meneer lijkt de kleine jongen les te geven. De kleine jongen kijkt geconcentreerd. Er is maar een lichtbron die het stel verlicht, maar is ook een hoop schaduw om de twee heen te zien. 
Het tafereel is een dagelijks leven te zien – typerend voor het realisme. Er wordt waardigheid gegeven aan de Afro-Amerikaanse cultuur, door af te wijken van stereotypische beelden. We zien een liefdevol beeld, muziek en het belang van hard werken. Ook is er een hoop contrast te zien. De twee generaties zijn in kleur tonen anders. De oude man, die in koele kleurtonen in de schaduw ziet, draagt een verleden van de slavernij in Amerika, de burgeroorlog, armoede en racisme mee. Je jongen zit in de warme gloed van de lichtbron, hij representeert hiermee een nieuwe kans en vooruitgang. 

De gelaagdheid in het werk door twee generaties zo dicht bij elkaar te portretteren vind ik een tactische manier om een verhaal van twee kanten te laten zien. Tanner laat de realiteit zien, verbloemt en idealiseert niet. Hij schildert zoals het is. Het is de scene die het verhaal vertelt. Wat mij raakt is de concentratie in het jongetje. Hij lijkt geen tijd te hebben om te spelen, hij wil leren. Iets wat voor hem misschien ook wel spel is. Misschien om later zijn kinderen ook muziek te leren spelen, misschien als vorm van vermaak. Het is raar om te zien dat iets leren op generatie vervalt in onze tijd. Het is eerder uitzonderlijk als je een muziekinstrument leert te spelen van familie. Omdat er al een hoop andere dingen te doen zijn, maar ook omdat iets leren vaak via school of online gaat. Ik denk juist dat op zo’n liefdevolle manier iets leren – voor veel meer plezier en effect zorgt. 
De Arenleessters, Jean-François Millet, 1857, olieverf op doek

Op het schilderij zijn drie vrouwen te zien. Ze staan in een geoogst graanveld de linker vrouw bukt om de aren op te zoeken, de middelste raapt ze op en de rechter vrouw bergt ze op. Het is een fysiek zware baan, die verraad dat dit voor de arme klassen gedaan wordt. Door het avond licht krijgt hun eenvoudige kleding een mooie gloed. 
Het schilderij is een erg alledaags tafereel voor het grootste deel van de maatschappij, de arme klasse. Het zijn vrouwelijke arbeiders die zwaar fysiek werk doen. Het roept empathie op voor de hardwerkende arbeiders – die vaak onder zware omstandigheden moesten werken. 

Als spelende mens heb ik van kinds af aan een lievelingsgame: Animal Crossing. Tijdens het onderzoeken van dit werk ben ik erachter gekomen dat in de nieuwste game hiervan, die ik helaas niet bezit, dit kunstwerk ook te vinden is en aan het museum geschonken kan worden. Toevallig. (Ja dit moet benoemt worden) (De game bevat een hoop andere bekende kunstwerken zoals werk van van Gogh en Botticelli.)
FOTOGRAFIE​​​​​​​
Met de ontwikkeling en uitvinding van de fotografie veranderde een hoop in de schilderkunst. Fotografie werd zowel een hulpmiddel als een bedreiging.
De nieuwe technieken konden bijvoorbeeld een hoop tijd schelen in voor studies. Ook bij het maken van composities, zoals bijvoorbeeld een afsnijding in het beeld. Het vastleggen met een foto hielp kunstenaars ook bij het vertalen van driedimensionaal beeld naar tweedimensionaal beeld. 
Voor andere kunstenaars was de komst van fotografie juist een bedreiging. Schilders besteden soms een hoop tijd in het zo nauwkeurig mogelijk portretteren, terwijl de camera deze functie overnam en ook nog veel sneller was. De angst dat fotografie de rol van de schilders zou over nemen heerste. 
HET IMPRESSIONISME
Het impressionisme ontstond vanuit de schilderkunst. Oorspronkelijk begon het in Frankrijk maar verspreide het zich snel. Het was een beweging tegen de erkende academische kunst. Het impressionisme richt zich op de beleving van het moment. Zowel het moderne leven en vrije tijd zijn hierin toepasselijke thema’s.
Ook ontwikkelde een aandacht voor lichteffecten en kleur zich. Door een schetsmatige manier van werken in de open lucht, en plein-air, konden schilders het moment en de kleuren vangen op het doek. Door de uitvinding van de verftube werd dit een stuk makkelijker. 
De impressionisten exposeerden hun werk op vaak zelf georganiseerde tentoonstellingen in Parijs.

De impressionisten wilden een “impressie” geven met hun werk. De onmiddellijke beleving van een moment uit het dagelijks leven. Het ging hier niet per se om een objectieve waarneming. Juist de subjectieve waarneming zorgde voor een hoop sfeer.
Kenmerkend in de schilderkunst zijn dus ook de soms slordig ogende, snelle penseelstreken.  
Een bar in de Follies-Bergère, Éduoard Manet, 1822, olie op canvas

Afgebeeld is een barvrouw achter een bar, met achter haar een weerspiegeling van de bar de Follies-Bergère. De spiegel achter haar kan voor verwarring zorgen en het beeld lijkt wat naar rechts verschoven. Doordat er geen weerspiegeling van de schilder, voelt het alsof de kijker oog in oog staat met de bar vrouw. Het is een moment opname met een hele hoop details. 

Typerend voor het impressionisme is het thema nachtleven, vrije tijd was iets waar in de tijd erg van genoten werd – wat een grote tegenstelling is met traditionelere kunst. Ook de manier waarop Manet de reflectie in de spiegel heeft aangeduid, als een soort schets achtige schilderstijl, is een doorbreking van traditie.

Door dit schilderij wordt het mij duidelijker hoe de schilder Éduoard Manet zijn vrije tijd besteed. Los van dat hij breekt van traditionele kunst, geeft hij op deze manier ook een groot deel van zijn persoonlijkheid weer. Hij laat de kijker zijn ervaring beleven. 
Dat het thema vrije tijd en tijdsbesteding wordt weergeven vind ik een mooie stap in de kunst. Het geeft de kijk een persoonlijk gevoel en een besef van het leven van de kunstenaar. De weergave van vrije tijd, is voor mij een speels concept. 
De opkomende zon, Claude Monet, 1872 olie op doek

Het schilderij is een duidelijk suggestief schilderij. Het is erg schetsachtig geschilderd en heeft losse verftoetsen. Toch is duidelijk dat we naar een zonsopkomst kijken, in een haven, mist, en bootjes.

Dit soort momentopnames zijn een geliefd onderwerp in het impressionisme. Doormiddel van licht kleuren wordt een moment weergeven. Dit betekende ook, dat zo’n schilderij vrij snel gemaakt moest worden, omdat de kleuren een half uur later alweer enorm veranderd konden zijn. Monet werkte met vlugge schilder stroken om zo zijn beeld snel te vangen. 
Door het werken in het buitenlicht, kregen schilderijen een heel andere atmosfeer dan wanneer zo’n soort werk in een atelier gemaakt zou zijn. 
Door het vlugge werk, is zo wel het moment als een hoop meer gevoel zichtpaar. 

Een schilderij als dit, straalt mij een hoop rust uit. Ik kan bijna zelf ervaren hoeveel ruste en plezier Monet uit het schilderen van dit moment heeft kunnen halen. Het niet streven naar perfectie in realisme zorgt – denk ik – voor een hoop vrijheid en dus ruimte voor nieuwe emoties en experimenten tijdens het maken van een schilderij. 
Een zondag middag op het eiland van La Grande Jatte, Georges Seurat, 1884 – 1886, olie op canvas

In de compositiet van Seaurat zijn een aantal mensen, en huisdieren afgebeeld in park langs de Seine in Parijs. 
Wat direct opvalt aan het werk, is dat het niet uit kwast stroken bestaat maar uit allemaal kleine puntjes. Searat is een van de bekendste schilders die werkte in het pointillisme. Door de kennis over de optische illusies van kleur en licht, en dat kleuren bestaan uit meerdere kleuren, paste hij dit toe in zijn werk. Hij maakte optische kleuren, door verschillende kleuren dicht naast elkaar te plaatsen. Ook In de schaduwen paste hij dit toe, waar andere kunstenaars vaak zwart gebruikte. 

Door nieuwe kennis te combineren met een hoop experimenten en schetsen wist Searat een heel nieuwe stijl te creëren. Het is heel interessant hoe hij dit heeft toegepast – en vraagt los van een hoop kennis ook een hele hoop geduld en aandacht. Het expirementeren en iets totaal nieuws doen is erg speels, het zoeken naar resultaat heeft in zijn geval heel goed uitgepakt. 
HET POST-IMPRESSIONISME
Het post-impressionisme bestaat uit een hoop verschillende kunststijlen. Er werden een hoop stijlexperimenten uitgevoerd. Het overbrengen van emotie, werd op een nieuwe manier gedaan. Structuur, compositie en symbolen zouden deze functie uitdragen.

Divisionischtische werkwijzen, die tijdens een van de laatste Impressionistische tentoonstellingen werden geëxposeerd, beïnvloeden een hoop kunstenaars. 
Door kleur analyse ontstond bijvoorbeeld het pointillisme. Waarin kleine puntjes kleur naast elkaar zorgden voor een optische kleur. Ook ontwikkelde er stijlen zich als het kubisme, expressionisme en het symbolisme. Het post-impressionisme was een opstap naar het modernisme. 
De sterrennacht, Vincent van Gogh, 1889, olie op canvas

De sterrennacht is geschilderd door van Gogh tijdens zijn opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Het is duidelijk een weergave van de nacht. Het is een bevat niet een maar meerdere moment opnames. Het was een beeld dat in zijn hoofd zat, en gaf een eigen interpretatie. 
Het beeld is erg persoonlijk, de kleuren die hij gebruikte waren een manier om zichzelf te uiten. Het diepe donkere blauw in combinatie met de turbulente kwast stroken, representeren zijn depressie. De kronkelende vormen rond de sterren en de grote donkere kerk, de kleine huisjes, voelen allemaal als een verhaal. Van Gogh visualiseert een hoop emoties in zijn werk en voelt voor mij erg expressionistisch aan. 

Vincent van Gogh schildert op een geheel eigen manier. Hij gebruikt kleuren op een expressieve wijze, hij schildert uit zijn herinneringen en vertelt een hoop verhaal hiermee.  Het voelt als een visuele vertaling van gevoel en herinneringen. Iets wat erg bevrijdend klinkt en tegen het therapeutische aan. Toch denk ik dat schilderen voor van Gogh een manier van zichzelf uiten was maar ook zeker een manier van “genot” te ervaren. Of in ieder geval het besef van dat leefde. 
Mont Sainte-Victoire, Paul Cézanne, 1902 – 1904, olie op canvas

Zoals veel andere impressionisten maakte Paul Cézanne een hoop landschapsschilderijen. Mon Sainte-Victoire is uiteindelijk een serie schilderijen geworden van dertig stuks.

Cézanne wilde van het impressionisme iets “solide en duurzaam” maken. Hij ontwikkelde een nieuwe benadering voor het maken van schilderijen. Een van zijn favoriete onderwerpen was de berg bij zijn huis. Hij wilde niet de waarheid vastleggen maar wilde juist een structuur vinden waarmee hij vormloze en vluchtige beelden kon weergeven. Zijn schilderijen hebben dikke kwaststroken, en een asymmetrische composities. 

Hij wilde orde vinden in lijnen, vlakken, en de kleuren van de natuur en de relatie hiertussen. Hij onderzocht de capaciteit die lijnen en vlakken hadden om hiermee diepte te creëren. Hij hield zich bezig met de visuele eigenschappen van kleuren, zoals de tinten, verzadigdheid en waarde. 

De manier hoe Cézanne schildert doet mij bijna denken aan het maken van een puzzel. Zijn schilderijen voelen haast als formules die hij analytisch heeft berekend om tot een juist resultaat te komen. Het lijkt haast wel alsof hij een heel eigen taal heeft ontwikkeld. 
HET SYMBOLISME
Het symbolisme is een van de stromingen die ontstond van uit het post-impressionisme. Het was ook een reactie op het dominante realisme en naturalisme in de kunst. De kracht van de verbeelding was groter. Het intuïtieve werd centraal gesteld. 
Het symbool staat centraal. Het onderbewuste wordt getriggerd door zintuigelijke waarnemingen. Met name dromen en de dood speelde een rol in het symbolisme. ​​​​​​​
De kus, Gustav Klimt, 1907-1908, olie op canvas. 

Er is een knielend stel afgebeeld dat elkaar vasthoudt. De setting lijkt op een soort bloementuin afgrond met een gouden achtergrond. Van beide personen zijn maar weinig lichaamsdelen te zien. De man is bedenkt in rechthoekige “mannelijke” vormen, de vrouw in ronde “vrouwelijke ”vormen. 

Gustav Klimt houdt zich bezig met onderwerpen als liefde, intimiteit en seksualiteit. Ook in dit schilderij wordt een liefde scene weergeven. Hij laat een hoop ruimte voor eigen interpretatie en fantasie. Toch is het duidelijk dat het om liefde gaat. 
Er zijn een paar opvallende symbolen te zien. Zoals de man die een gouden mantel draagt met rechthoekige vormen in donkere kleuren. Dit symboliseert zijn mannelijkheid. Hij staat met zijn hoofd gebogen zodat ze vrouw het meest aandacht krijgt. De vrouw heeft juist ronde, kleurrijke vormen op haar mantel. Ook dat het stel vlak voor een afgrond zit, op een bloemenbed, voelt als iets kwetsbaars. 

De kus draagt symboliek, wat vraagt om meer tijd om het werk goed te bekijken. Het is haast alsof er een code gekraakt moet worden wil je het werk kunnen lezen. Iets dat mij doet denken aan vroeger, wanneer je in geheim taal briefjes tijdens de les aan elkaar gaf. 
De schreew, Edvard Munch, 1893, olieverf, tempera en pastel op karton

Een skeletachtige man, met een angstige schreeuw staat op een brug. In de verte zijn nog twee schimmen te zien. Een landschap met een hoop ronde stroken, die de mans hoofd vorm als een soort echo lijken na te vormen. Een vurige lucht.  

De schreeuw is een psychisch zelfportret van Munch. Meerdere traumatische ervaringen en een herinnering aan onmacht en depressie waren hiervoor zijn inspiratie. Munch kon dit gevoel alleen weergeven door realistische- en impressionistisch stijlen op zij te zetten. Hij focuste op zich op kleuren, lijnen en vervorming. 

Net als het werk van van Gogh, is er een hoop expressie terug te zien in het werk. Beide kunstenaren hebben het beeld vertaald vanuit herinneringen en gedachten. Opvallend vind ik helemaal het krullende lijn gebruik. Toch verschilt het werk ook sterk namelijk dat Munch zichzelf portretteert. Misschien om ook zijn eigen schreeuw te laten zien. 
Als archetype homo ludens, nam ik zelf aan dat spelen hand in hand gaat met plezier en geluk. Ik trek dit in twijfel. Spel draait denk ik vooral om het zoeken van grenzen, en ontdekken. En ook dat zie ik vooral terug in dit werk. Het vertalen van gevoel zonder woorden. Ik denk dat dat is wat ik zie van uit dit perspectief.  
HET MODERNISME
Als reactie op het realisme en het estheticisme, het streven naar esthetiek, ontstond aan het einde van de negentiende eeuw het modernisme. 
Veel modernisten vonden dat afstappen van traditie zou zorgen voor nieuwe kunst vormen en stijlen. Abstracte kunstenaars waakten geïnspireerd door impressionisten als Paul Cézanne en Edvard munch. Kleur en vorm maakte de essentie van een werk. Andere kunstenaars zoals Kandinsky, Mondriaan en Malevich geloofden in een herdefinitie van “pure” kleuren. Er ontstond een grote avant garde beweging in de eerste helft van de twintigste eeuw. Hierin werd gezocht naar de aard van kunst en het leven. Kenmerkend hieraan zijn de grote aantallen experimenten, radicaal denken, het gebruik maken van ready mates, kijken naar primitieve culturen en kunst, het internationaal werk, expressie en het onderbewuste. Fotografie zorgde voor een nieuwe rol binnen de kunst, en nam een grote functie van de beeldende kunst over.​​​​​​​
Fauvisme: Felle kleuren, ongemengde kleuren, versimpelen, vlakheid, niet-natuurgetrouw wild (Frankrijk)
Vrouw met de hoed, Henri Matisse, 1905 Olie op Cavas

Matisse zijn vrouw, Amélie is hier op een bijzondere manier afgebeeld. De compositie van het werk is vrij conventioneel, maar de kleuren, vormen, en het schets achtige zijn erg opvallend. Het zijn een hoop vlekachtige kleuren. 
Typerend voor het fauvisme zijn de kleuren die afwijken van de realiteit. Deze kleuren versteken de reactie van de kijker. 

Het afwijken van oorspronkelijke kleuren vind ik een origineel idee. Het zorgt voor een nieuwe sfeer en een nieuwe kijk naar de wereld. Ook voelt het op een bepaalde manier erg jong, wanneer je een klein kind zou laten kleuren kiezen zij ook vaker voor “mooie” kleuren dan voor natuurgetrouwe kleuren. De invloed van kleur wordt getest en maakt het werk een stuk meer abstract. Ik vind het een speelse aanpak.
Primitivisme: terug keren naar de tijd voor de modern beschaving, spontaan, naïef, weinig perspectief
Expressionisme: accentueren van gevoelens, vervorming en afwijking van werkelijkheid met name in het kleurgebruik en de vormen. 
Begonnen in Duitsland: kunstgroepen als Die Brücke, Der Blaue Reiter, Bauhaus. 
In Nederland: De ploeg. 

Naakt zelfportret, grimassen, Egon Schiele 1910, gouche, aquarel, potlood op papier

Egon Schiele maakt gebruik van vervorming. Hij had interesse in de emotionele toestand van de mens, en maakte een hoop studies van modeltekeningen. Vaak gebruikte hij ook zichzelf als model. 
In dit werk kijkt Egon Schiele starend, en een soort van naar voren gebogen. Het is een vrij ongemakkelijke houding, met lange dunne ledenmaten. 
De sterke lijnen die hij gebruikt, de vervorming van zowel het lichaam, en de donkere kleurtonen geven een vervreemd beeld. Zowel deze stijl, als de houding van het model voelen erg meedogenloos en duister. Hij brak hiermee sterk met traditionele stijlen.

Egon Schiele heeft een eigen stijl ontwikkelt waarin hij de mens op een meedogenloos en nogal sombere manier weergeeft. Hij weet het beeld zo te manipuleren dat het een onprettige en wat ongemakkelijke uitwerking heeft. Dat hij weet hoe hij het beeld kan beïnvloeden is een interessant gegeven. Hij gebruikt de studies en onderzoeken die hij heeft gedaan en weet dit te vertalen in een bittere sfeer. Het manipuleren van een gevoel, vind ik een narcistisch toch speels gegeven. 
Kubisme: ontstaan als reactie op het fauvisme. In plaats van felle kleuren en vlakke vormen, had het kubisme juist orde, reflectie en constructie. Het waren vaak driedimensionale vormen.  Veel afgevlakte volumes, verwarrend perspectief, meerdere standpunten. Het afbeelden gebeurde in kubussen, kegels en bollen. 
Guernica, Pablo Picasso, 1937 olie op canvas. 

Picasso heft het bombardement op Guernica in 1937 afgebeeld. Het schilderij heeft geen kleuren en bestaat uit een hoop lijnen en vlakken. De losse ledematen, schreeuwende mensen en vlammen laten de chaos zien van de oorlog. In totaal staan er zes personen afgebeeld en een paard en een stier. Het paard drukt angst uit en staat symbool voor de onschuld van de burgers tijdens de oorlog. De stier drukt het Spaanse erfgoed uit. Ook is er een lamp boven aan het werk te zien, die symbool kan staan als het goddelijk licht, of als een bom. 

Picasso vertelt een hoop verhaal met dit schilderij en hoeft hier eigenlijk geef toelichting bij te geven. Het is ook duidelijk dat Picasso graag experiment met experimenten. Hij gebruikt in dit werk de kubistische aspecten voor een expressief doeleind. Zo zijn de anatomische vormen vervormd en anders weergeven. Hij werkte erg analyserend, en heeft een hoop uitgeprobeerd en geëxperimenteerd voor dat hij dit werk kon maken. 

Picasso past de techniek en kennis toe om de emotie en het gevoel van het verhaal te vergroten. Hij geeft zichzelf limieten om in te werken, en stelt een soort spel op waarin hij dit werk heeft opgezet. Dit zorgt voor een heel ander idee achter het maken van een schilderij. Het resulteert in een interessant beeld met onverwachte wendingen. 
Futurism: Italiaanse beweging, ontstaan uit het kubisme.  Snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen en vooral de vooruitgang en nieuwe technologie stonden centraal. 
Dadaisme, is een culture beweging. Er was vaak een mix van beeldende kunst, poëzie, grafisch ontwerp en theater. Het sprak uitte zich tegen huidige kunst en was een reactie op de tweede wereldoorlog. Ze hielden zich bezig met bestaande voorwerpen, en veranderde de functie. 
Suprematisme is een abstracte kunstvorm. Het wordt gezien als tegenstelling van het constructivisme. Het gevoel roept techniek in het leven. Veel geometrische vormen, veel contrast. Majevitsj zag zijn werk als een bevroren beeld van beweging in een ideaalruimte. 
Constructivisme zag af van inhoudelijke verklaringen en subjectieve uitdrukkingen. De compositie van technische vormen en hun verhouding met elkaar en de ruimte stond centraal. Grafische elementen speelden een grote rol.  
Surrealisme, spontaniteit in vormen, het verbeelden van gedachten, fantasie, zonder morele waarden en bestaande ratio.  
Spatialisme, geluid, kleur, beweging en ruimte synthetiseren tot een nieuwe kunst vorm. “rumitelijke kunst” 
Abstract-expressionsime, streven naar directe, rouwe expressie, door het handelen van schilderen. (Jackson Pollok, Willem de Kooning) = action painting
Zuiver abstract, gericht op kleurwerking (Mark Rothko en barnett Newmann) = collorfield painting
Sociaal-realisme reactie op het symboliserende allegorische. Het accentueren van een aanklacht tegen sociaal slechte omstandigheden. Emotionele lading, vaak figuratief. 
In 1948 verenigden een aantal kunstenaars zich in een nieuwe groep, de Cobragroep. Zij hadden gemeenschappelijke opvattingen wat betreft kunst. Ze gingen verder op het expressionisme en leverde moderne kunst.

In de architectuur speelde technologie een grote rol. De traditionele bouwstijlen waren ouderwets. Architect Le Corbusier ontwierp bijvoorbeeld een “machine om in te wonen”. Decoratie had amper belang, geometrische vormen hadden een voorkeur. Het interieur was vaak sober en rustig. Een ander voorbeeld van modernistische gebouwen is de wolkenkrabber: Seagram Building van Ludwig Mies van der Rohe in New York.

Halverwege de twintigste eeuw veranderde zich in het postmodernisme, dat weer een reactie was op modernisme. ​​​​​​​
YOURSTORY - art history
Published:

YOURSTORY - art history

Published: