YOURSTORY
Katinka Kuipers 2020
INTRODUCTIE
Aan het begin van het semester heb ik mijzelf als het archetype Homo Ludens geïdentificeerd. Dit vooral omdat ik in mijn eigen werk veel probeer te experimenteren, en dit zie als een soort spel. De kunststromingen die behandeld zijn dit semester vroegen voor mij om nog meer toelichting, dus ik ben verder opzoek gegaan naar informatie om die in mijn eigen woorden te kunnen vertalen. Misschien wat schools, maar ik merkte dat ik er steeds meer plezier uit ging halen en dat het bijna een soort puzzelen werd. Mijn tekst is dus eigenlijk meer een soort eindproduct van een spel.
Ik heb geprobeerd mijn eigen kijk en ideeën door te laten schijnen in enkele werken die ik beschrijf. Het benoemen wat ik speels aan een werk vind of wat mij fascineert is misschien niet een letterlijk vorm van spel. Maar wel iets dat voor mij een soort experiment was: onderzoeken en het vertalen in mijn taal.
De werken die ik gekozen heb te beschrijven moesten voor mij sowieso in de stromingen passen die ik heb onderzocht. En ik wilde werken beschrijven die mijn gedachtes prikkelden, en ruimte hadden voor eigen gedachtes en fantasieën. Ik koos werken die mij inspireerde. Dat dit alleen schilderijen zijn is een groot toeval, ik denk omdat zij net als tekst, gedachtes en ideeën omzetten in iets twee dimensionaal. Misschien ook wel omdat mijn grootste plezier ligt in tekenen en schilderen? Geen idee.
Ik hoop dat mijn kijk terug te zien in de beschrijvingen.
DE ROCOCO
Het rococo is een stijl die ontstond in Frankrijk en Italië rond de achttiende eeuw. Het was een reactie op de barokstijl. Elegantie stond centraal in de samenlevend, maar ook in de kunst. Sierlijkheid, elegantie, charme en speelse erotiek zijn erg kenmerkend voor deze periode. Het is met name een decoratieve stijl, wat wordt bevestigd door materiaalkeuzes zoals marmer, brons en porselein in het beeldhouden. De schilderijen waren inhoudelijk vaak gematigd.
In deze tijd begon ook de verlichting, waarin rationele ideeën en kennis erg van belang was. Het volgen van eigen verstand, en niet de kerk of een heerser. Veel filosofen en vonden de rococostijl te frivool. Wel hadden ze gemeen dat ze zich los wilden maken van het gezag.
Kenmerken van de rococostijl zijn het samengaan van architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst en binnenhuisarchitectuur. Speelse en slingerde ornamenten zijn veel voorkomend. Een hoop tierelantijnen. Het liefelijke en luchtige karakter wordt weergegeven in veel zachte pastelkleuren.
DE VERLICHTING
De Verlichting was een intellectuele beweging uit de achttiende eeuw, waarbij wetenschappelijk denken vanuit rationalisme en empirisme centraal stond. Hierdoor ontstond een nieuw wereldbeeld, dat gebaseerd was op een sterk vertrouwen op de rede en een algehele vooruitgang op het gebied van wetenschap, onderwijs, sociale hervorming en politiek. De beweging van de Verlichting had vooral invloed in Europa en de Verenigde Staten. Tradities werden doorbroken, en ook ontstond er een afkeer tegen het geloof. Dit zorgde voor een scheiding tussen de kerk en de staat. Er ontstonden nieuwe ideeën over het recht, de staat en de politiek. Dit had grote gevolgen zoals bijvoorbeeld de Franse Revolutie in 1789.
Ook ontstond de industriële revolutie, waarin een hoop nieuwe uitvindingen werden gedaan. Veel handmatige acties konden nu machinaal worden uitgevoerd. Er werden een hoop uitvindingen, ontwikkelingen en nieuwe technische toepassingen gedaan. Dit werd onder andere toegepast in de architectuur.
HET NEOCLASSISME
In de schilderkunst leidde de verlichting tot de opkomst van het neoclassicime dat een reactie was op de (vooral in katholiek Europa) dominante barok en rococo. Deze stromingen stonden synoniem voor kerk en koningshuis. Het neoclassicisme bracht daar een 'rationeel' alternatief op. Er werd weer op een 'juiste' manier teruggegrepen naar de klassieke oudheid.
Halverwege de achttiende eeuw werden een aantal sensationele opgravingen gedaan in Herculaneum en Pompeï in Italië. De belangstelling voor de Griekse en Romeinse oudheid kreeg hierdoor een nieuwe stimulans. De kunstenaars van het neoclassicisme lieten zich inspireren door de klassieke oudheid, net als de kunstenaars van de renaissance een paar eeuwen eerder. Dit kwam onder andere door de opgraving van Pompeï.
In de schilderkunst kun het neoclassisme herkend worden aan de eenvoudige composities met ene hoop evenwicht. Ook is er vaak een optische lijn die zorgt voor scherpe omranding. Het kleurgebruik is vaak koel. De personen worden vaak statisch weergeven. Ook is de interesse in de oudheid terug te vinden in zowel het decor als in de personages. Bij elle werken geld dat de moraal centraal staat. En het gaat om kennis, niet om emotie.
Ook in de bouwkunst was het neoclassisme zichtbaar. Vaak waren de klassieke motieven in combinatie met een geometrische grondvorm. De klassieke bouwvormen drukte vaak de functie van het gebouw uit. Het totaalbeeld was erg zuiver. Er werden met name belangrijke, monumentale gebouwen gebouwd zoals de Arc de Triomphe. Ook werd werd de macht vaak uitgedrukt in de grootsheid van de gebouwen. Bij de beeldhouwkunst lag de nadruk op technische perfectie. De poses waren statisch en vaak wat gevoelloos. Er werd veel met gladgepolijst marmer gewerkt om de klassieke uitstraling te geven. Ze verwerkte dit tot eigentijdse voorstellingen.
DE ROMANTIEK
De romantiek is een stroming die vooral aan het eind van de achttiende eeuw en in de negentiende eeuw gaande was. Het was een enorme tegen beweging op de verlichting, waarin juist de rede van belang was. Juist gevoel stond in deze periode centraal. De kennis stond hier niet boven. Het rationalisme werd gezien als “een vernauwing van het bewustzijn”. Fantasie, gevoel en verbeelding werd voor op gesteld. De stroming uitte zich met name in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Ook in Nederland en België beïnvloede het de kunst en cultuur.
De Franse revolutie heeft een belangrijke rol gespeeld in deze periode. Aan het begin van de Franse revolutie lag de focus namelijk enorm het rationalistische denken. Hierbij werd een streep gezet achter het verleden toen de verklaring van de rechten van de mens en burger werd opgesteld. Toen Napoleon aan de macht kwam, kwam ook de traditie uit de geschiedenis weer terug – hij was decadent in tegenstelling tot de romeinse koningen.
Kenmerken in de Romantische schilderkunst zijn de volgende thema’s:
In de noordwestelijke landen ontstond een zoektocht naar hun eigen cultuur, die met name in de Middeleeuwen een hoop identiteit gaf. Er ontstond een herwaardering voor middeleeuwse kathedralen en in de architectuur werd een hoop inspiratie uit de gotiek gehaald. Het thema geschiedenis is dus ook veel terug te zien in de kunst.
De natuur werd een bron aan inspiratie in deze tijd. De verheerlijking hiervan werd zo groot, door de afkeer van de industrie die heerste. Er werd uitgegaan van eenheid tussen de mens en natuur. Het was voor het eerst dat landschappen een onderwerp werden in schilderijen.
Ook werden het exotische, en het onbekende van verre landen een grote inspiratie en interesse.
Doordat het gevoel boven het denken stond, was ook de fantasie en de droomwereld een veel gekozen onder werp.
Al met al draaide het in de romantiek met name om het gevoel. Het werd gedramatiseerd en het overlaten aan de verbeelding.
HET REALISME
Een reactie op de romantiek was het realisme. Er werd gesteven een realistisch beeld van de huidige maatschappij weer te geven. Een groot deel van de samenleving was arbeider en was vaak arm. In de beeldende kunst worden scenes vaak zo nauwkeurig en natuurgetrouw mogelijk weergeven. Toch hoeft dit niet altijd zo te zijn, het gaat namelijk om de representatie van de maatschappij en het alledaagse.
FOTOGRAFIE
Met de ontwikkeling en uitvinding van de fotografie veranderde een hoop in de schilderkunst. Fotografie werd zowel een hulpmiddel als een bedreiging.
De nieuwe technieken konden bijvoorbeeld een hoop tijd schelen in voor studies. Ook bij het maken van composities, zoals bijvoorbeeld een afsnijding in het beeld. Het vastleggen met een foto hielp kunstenaars ook bij het vertalen van driedimensionaal beeld naar tweedimensionaal beeld.
Voor andere kunstenaars was de komst van fotografie juist een bedreiging. Schilders besteden soms een hoop tijd in het zo nauwkeurig mogelijk portretteren, terwijl de camera deze functie overnam en ook nog veel sneller was. De angst dat fotografie de rol van de schilders zou over nemen heerste.
HET IMPRESSIONISME
Het impressionisme ontstond vanuit de schilderkunst. Oorspronkelijk begon het in Frankrijk maar verspreide het zich snel. Het was een beweging tegen de erkende academische kunst. Het impressionisme richt zich op de beleving van het moment. Zowel het moderne leven en vrije tijd zijn hierin toepasselijke thema’s.
Ook ontwikkelde een aandacht voor lichteffecten en kleur zich. Door een schetsmatige manier van werken in de open lucht, en plein-air, konden schilders het moment en de kleuren vangen op het doek. Door de uitvinding van de verftube werd dit een stuk makkelijker.
De impressionisten exposeerden hun werk op vaak zelf georganiseerde tentoonstellingen in Parijs.
De impressionisten wilden een “impressie” geven met hun werk. De onmiddellijke beleving van een moment uit het dagelijks leven. Het ging hier niet per se om een objectieve waarneming. Juist de subjectieve waarneming zorgde voor een hoop sfeer.
Kenmerkend in de schilderkunst zijn dus ook de soms slordig ogende, snelle penseelstreken.
HET POST-IMPRESSIONISME
Het post-impressionisme bestaat uit een hoop verschillende kunststijlen. Er werden een hoop stijlexperimenten uitgevoerd. Het overbrengen van emotie, werd op een nieuwe manier gedaan. Structuur, compositie en symbolen zouden deze functie uitdragen.
Divisionischtische werkwijzen, die tijdens een van de laatste Impressionistische tentoonstellingen werden geëxposeerd, beïnvloeden een hoop kunstenaars.
Door kleur analyse ontstond bijvoorbeeld het pointillisme. Waarin kleine puntjes kleur naast elkaar zorgden voor een optische kleur. Ook ontwikkelde er stijlen zich als het kubisme, expressionisme en het symbolisme. Het post-impressionisme was een opstap naar het modernisme.
HET SYMBOLISME
Het symbolisme is een van de stromingen die ontstond van uit het post-impressionisme. Het was ook een reactie op het dominante realisme en naturalisme in de kunst. De kracht van de verbeelding was groter. Het intuïtieve werd centraal gesteld.
Het symbool staat centraal. Het onderbewuste wordt getriggerd door zintuigelijke waarnemingen. Met name dromen en de dood speelde een rol in het symbolisme.
HET MODERNISME
Als reactie op het realisme en het estheticisme, het streven naar esthetiek, ontstond aan het einde van de negentiende eeuw het modernisme.
Veel modernisten vonden dat afstappen van traditie zou zorgen voor nieuwe kunst vormen en stijlen. Abstracte kunstenaars waakten geïnspireerd door impressionisten als Paul Cézanne en Edvard munch. Kleur en vorm maakte de essentie van een werk. Andere kunstenaars zoals Kandinsky, Mondriaan en Malevich geloofden in een herdefinitie van “pure” kleuren. Er ontstond een grote avant garde beweging in de eerste helft van de twintigste eeuw. Hierin werd gezocht naar de aard van kunst en het leven. Kenmerkend hieraan zijn de grote aantallen experimenten, radicaal denken, het gebruik maken van ready mates, kijken naar primitieve culturen en kunst, het internationaal werk, expressie en het onderbewuste. Fotografie zorgde voor een nieuwe rol binnen de kunst, en nam een grote functie van de beeldende kunst over.
In 1948 verenigden een aantal kunstenaars zich in een nieuwe groep, de Cobragroep. Zij hadden gemeenschappelijke opvattingen wat betreft kunst. Ze gingen verder op het expressionisme en leverde moderne kunst.
In de architectuur speelde technologie een grote rol. De traditionele bouwstijlen waren ouderwets. Architect Le Corbusier ontwierp bijvoorbeeld een “machine om in te wonen”. Decoratie had amper belang, geometrische vormen hadden een voorkeur. Het interieur was vaak sober en rustig. Een ander voorbeeld van modernistische gebouwen is de wolkenkrabber: Seagram Building van Ludwig Mies van der Rohe in New York.
Halverwege de twintigste eeuw veranderde zich in het postmodernisme, dat weer een reactie was op modernisme.